...
Het zorglandschap verandert volop, steekt Peeters van wal. "En daar stemmen we de infrastructuur in zijn totaliteit en in functie van de noden en ambities van de medische diensten op af. Over de operationele invulling bevroegen we de medische en ondersteunende diensten. Onder meer op basis van die resultaten volgde vanaf september een gefaseerde uitrol." In 2029 bestaat het UZA 50 jaar. Tegen dan zijn de grootste werven achter de rug. "Prioritair is het nieuwe Q-gebouw dat midden 2026 afgewerkt is. Hier komen de kritische diensten. Dit heeft impact op verschuivingen en eventuele renovaties in de andere structuren." Guy Hans: "Het infrastructuurplan ent zich op nieuwe ontwikkelingen zoals geïntegreerde zorg en multidisciplinariteit. We clusteren diensten rond een bepaalde pathologie of over de pathologie heen. Dat vergt ook een mentaliteitswijziging. Fysiek zitten zorgverstrekkers dichter bij elkaar. De infrastructuur laat multidisciplinaire raadplegingen toe. Er is heel nauwe samenwerking in één gebundeld traject. De patiënt hoeft zich niet meer te verplaatsen, de zorgverstrekkers zien hem gemeenschappelijk en gelijktijdig. Het team beweegt rond de patiënt. Voor pancreaschirurgie brengen we bijvoorbeeld de radioloog, gastro-enteroloog, chirurg en diëtist samen." Prof. Peeters herinnert aan de opleidingsfunctie van een UZ. "Daarom maximaliseren we de banden met de universiteit en de faculteit geneeskunde. We bouwen een duidelijke 'Drie Eiken gezondheidscampus' uit gecentreerd rond gezondheidszorg en het gezondheidsecosysteem. Dit vergt een maximale afstemming tussen zorgactoren, ziekenhuizen en de eerste lijn." Voor Peeters zou een UZ (kwalitatief goede) basiszorg in de opleiding deels kunnen loslaten mits goede afspraken en mits er binnen de regio of het netwerk een sterke band bestaat met de andere ziekenhuizen. "Van belang", zegt hij, "is dat het voor studenten een (supra)regionaal en universitair continuüm is." Het ruime Antwerpse zorglandschap telt 1,2 miljoen mensen. Hierin wil de CEO synergieën creëren. "Een continuüm of care over de ziekenhuizen en de eerste lijn heen is het doel. De patiënt moet weten hoe het landschap in elkaar zit. In kleinschalige projecten gebruiken we nu bijvoorbeeld data, een 'hot item', om gezondheids- en maatschappelijke problemen in kaart te brengen en oplossingen aan te reiken. De stad en alle zorgverleners uit de regio buigen zich nu samen over het thema voeding. Welke preventieve en curatieve maatregelen zijn er nodig? Met respect voor privacy en ethiek zetten we een dataplatform op. Daarin kruisen we zoveel mogelijk bronnen - van Kind & Gezin, huisartsen, ziekenhuizen...Het draagvlak is zeer groot." Het UZA is niet blind voor het groeiende belang van preventie. "Hoe kunnen we hierin binnen het zorglandschap positie innemen en prioriteiten stellen? Door patiënten te begeleiden en door een volledig zorgpakket aan te bieden, inclusief preventieve onderzoeken van gezonde personen", zegt prof. Peeters. "Zijn er dan curatieve stappen nodig op basis van hun reële gezondheidstoestand?" Ook op dit vlak vindt hij dat de politieke wil soms ontbreekt om voldoende middelen ter beschikking te stellen. "Maar als UZ moeten we een rol spelen in screenings- en gezondheidsonderzoeken." Guy Hans wijst ook op synergieën op ziekenhuisniveau. Zorgpaden over majeur trauma met acute opvang, revalidatie, doorverwijzing, ... bijvoorbeeld. Of heel brede samenwerkingsverbanden die ook logistiek, apotheken, sterilisatie,... omvatten en niet noodzakelijk pathologiegerelateerd zijn. Prof. Hans: "We evolueren naar langdurige connecties tussen de patiënt en de gezondheidswerkers. Sommige zorgpaden volgen patiënten vaak acht, negen jaar op. Zo kan de zorgverstrekker heel snel reageren op veranderingen in de gezondheidstoestand. Acute opstoten bij chronische rugpijn vergen bijvoorbeeld op korte tijd heel veel behandelingen. Gelukkig is alles ook onder controle gedurende lange periodes. Dan wordt de patiënt - in communicatie met de eerste lijn - opgevolgd en ondersteund met tips om te bewegen, voor goede nachtrust enzovoort. Dat voorkomt dat de ziekte ontspoort en de patiënt in een acute fase terechtkomt." Een concreet samenwerkingsproject is ook de bouw van twee gemeenschappelijke cleanrooms in Antwerpen. Alle universitaire ziekenhuizen zitten voor hun tertiaire en vierdelijnsfunctie in een spanningsveld, aldus prof. Peeters die vindt dat "het beleid hier eens goed moet over nadenken. De Vlaamse UZ's zijn absoluut voorstander van een zorgcontinuüm. We willen geen competitiemodel maar aandacht voor onze drie pijlers: hoog-expertise medische zorg, opleiding en de academische functie." Internationaal wordt met buitenlandse partnerziekenhuizen volop expertise uitgewisseld. "We intensifiëren dat en halen de banden aan om hoger te geraken op de internationale ladder. Inzake oncologie/hematologie is het UZA bijvoorbeeld (inter)nationaal een belangrijke speler", aldus Peeters. "Een aantal speerpunten ontwikkelen zich zeer sterk en we investeren in alle diensten zodat ze mee zijn. Met dien verstande dat experten als uithangbord belangrijk zijn, maar dat ook profielen voor het dagdagelijkse werk nodig zijn. Een goed evenwicht tilt de dienst in zijn totaliteit naar een hoger niveau."