...

Aldus dokter Kristiaan Deckers, medisch directeur bij de Antwerpse GZA-ziekenhuizen. In december 2019 was GZA de eerste ziekenhuisgroep die de samenwerking met JCI stopzette. FlaQuM kwam in de plaats. In 2020-2021 had de ziekenhuisgroep geen externe accreditering meer. Er werd wel ingezet op kwaliteit, onder meer door de organisatie van zes symposia (Kwaliteit Blijft en Leeft). "Tussen 2019 en de lancering van FlaQuM in het voorjaar 2021 hebben we zelf een aantal zaken geïdentificeerd. Dat is belangrijk. De wet voorzag een systeemtoezicht dat in de praktijk gebeurde door JCI of Qualicore Europe (het vroegere NIAZ) en een verplicht nalevingstoezicht. Elk ziekenhuis heeft zich daaraan te houden." Vanaf begin 2022 toetste GZA de FlaQuM-werkwijze af in proeftuinen met 19 pilootziekenhuizen. Dokter Deckers: "Bij wijze van spreken is dat fase 2 in de klinische studie: van wetenschappelijk onderzoek naar operationele bruikbaarheid. De banden met het LIGB, in het bijzonder met prof. Kris Vanhaecht, zijn wel veel ouder dan dat. Hij ondersteunde voordien een aantal klinische en zorgpaden in samenwerking met de toenmalige directeur zorgstrategie van GZA." In die eerste fase hadden veel gesprekken plaats tussen het ziekenhuis - met inbegrip van de kwaliteitscoördinator en - directeur - en het LIGB, in casu Kris Vanhaecht en later prof. Dirk De Ridder. GZA kon bij de oplijsting van belangrijke elementen de nodige input geven. De pilootziekenhuizen werkten de FlaQuM Quickscan af, een rits vragen voor artsen, patiënten, medewerkers tot zelfs technici toe. Deckers: "Verschillende kwaliteitsdimensies komen aan bod: wat vindt men bijvoorbeeld van het ontslagbeleid, van de mogelijkheid tot participatie, enz. Dat resulteert in een schets van de wijze waarop medewerkers en patiënten het ziekenhuis ervaren. Op die gegevens volgt benchmarking." GZA kreeg de resultaten net binnen. "Zo kunnen we onze bedrijfscultuur vergelijken met de andere ziekenhuizen. Het is als het ware een gesofistikeerde vorm van peer review." Momenteel buigen de medische raad en andere (beheers) organen zich over de resultaten. "We gaan na wat we (minder) goed doen, waar we trots op kunnen zijn, wat moet worden bijgestuurd, enz. Belangrijk is dat het daarop volgende verbetertraject niet dwingend is. FlaQuM is niet obsessief met cijfers bezig. Je moet over een half jaar geen 10% beter doen. Het hangt ook van de situatie in het ziekenhuis af. Wat telt, is dat je ermee bezig bent." De GZA-ziekenhuizen werkten zeven jaar met JCI. "Daardoor hebben we zeker inzake patiëntveiligheid grote stappen gezet. Het JCI-handboek en -accreditering waren belangrijk. Maar we stapten eruit omdat JCI niet meer paste bij de manier waarop wij omgingen met kwaliteit en met de borging ervan in de organisatie. In een moderne zorgcontext volstond JCI niet meer", aldus dokter Deckers. "Uiteraard behouden we de goede elementen. Maar JCI houdt te weinig rekening met de uitdagingen waarmee een complexe ziekenhuisorganisatie te maken krijgt. Vooral tijdens covid werd dat duidelijk. Dat deed de gestructureerde accreditering de das om. JCI bood geen hulp. Vooral hield het geen rekening met het tekort aan zorgverleners, een zeer grote bedreiging." "FlaQuM deed dat absoluut wel. Het gaat niet enkel over het tellen van de zorgverleners. Van belang is ook hoe ze participeren aan het kwaliteitsinstrumentarium. Dat is co-creatie, heel aantrekkelijk, zorgverleners kunnen een actieve rol spelen." Het kwaliteitsmodel staat daardoor volgens Deckers dichterbij de Vlaamse ziekenhuizen dan JCI of Qualicor Europe. "FlaQuM herwaardeert ook het idee van verbondenheid en hartelijkheid. In de zorg is dat zeer herkenbaar en natuurlijker dan het theoretische concept van JCI." Naast de ontwikkeling in co-creatie vindt Deckers het positief dat FlaQuM rekening houdt met de moderne maatschappelijke ontwikkelingen. "De patiënt is niet louter een individu maar wordt gezien in zijn sociale omgeving en met oog voor de complexe samenhang. Aandacht is er tevens voor de technische dimensies van 'sustainability'/'ecologie'. Belangrijk. Voor vele jongere zorgverleners is het een morele plicht van de zorg om attent te zijn voor de Green Deal en het 'sustainability' proces. Aan dat alles besteedt JCI geen of amper aandacht." FlaQuM past dus beter, is moderner, engagerend en houdt rekening met zaken van maatschappelijk belang. "We hadden genoeg van het afvinken van lijstjes. Zorgkwaliteit is veel meer dan de dimensie patiëntenrechten en -veiligheid. JCI is op een aantal vlakken verouderd. Men heeft de boot een beetje gemist." Komt bij dat dat de rechtstreekse kost van FlaQuM veel lager ligt dan van JCI of Qualicore Europe. "Uiteraard zijn er indirecte kosten om het model te implementeren, er zijn een aantal medewerkers mee bezig. Maar vergeleken met het kleine JCI-legertje is de prijs veel lager." In 2023 gaat de voorbereiding verder. GZA - en in een volgende fase waarschijnlijk ZAS, Ziekenhuis aan de Stroom, de fusie van GZA en ZNA - maakte de instap in FlaQuM als leidend model nog niet officieel bekend. De groep werkt overigens niet enkel met het Leuvense kwaliteitsmodel maar ook met het Angelsaksische Magnet erkenningsprogramma. Dat zet vooral in op retentie van verpleegkundigen. Dokter Deckers staat ook nog even stil bij de nadelen van FlaQuM. Zo is de dimensie inspectie nog niet helemaal duidelijk. "Het model is vager dan JCI. Het gaat er niet om een bepaald percentage te halen voor X, Y of Z en daardoor is het onduidelijker hoe we een externe toetsing moeten implementeren. En de Vlaamse overheid heeft FlaQuM nog niet erkend binnen het nieuwe concept van 'externe toetsing van het eigen kwaliteitsmanagementsysteem'. Wellicht gebeurt dat binnen afzienbare tijd. JCI en Qualicor Europe zijn zelf geaccrediteerd door de International Society for Quality in Healthcare (ISQua). Dat is nu nog niet het geval voor FlaQuM. Voor het federale niveau en voor P4P is dat nochtans belangrijk. Wanneer de ISQua- accreditering er komt is niet duidelijk." De aanvraag is inmiddels ingediend. Kristiaan Deckers stelt ook dat het visiemodel waarop FlaQuM gebaseerd is van de gemiddelde ziekenhuismedewerker wel wat reflectie en tijd vergt om het te doorgronden. Dat maakt het complexer. "Er is veel goede uitleg nodig en dat maakt het wat moeilijker om binnen de brede organisatie de FlaQuM-vlag als baken te gebruiken. Al is dat niet zo belangrijk. Het volstaat dat het C-level het snapt en dat de anderen zich met de kernwaarden kunnen identificeren", besluit dokter Deckers.