"We moeten gaan naar een duidelijke definitie van wat een ICU-bed is", zegt professor Dominique Benoit van UZ Gent. Wanneer een oudere covidpatiënt de plaats op ICU inneemt van een jongere patiënt is dat vaak geen distributive justice.
Een duidelijke definitie van een ICU-bed houdt een beschrijving in van de infrastructuur waarin het ziekenhuis moet investeren, en de personeelsbezetting. Er moeten ook duidelijke opname- en ontslagcriteria komen voor de ICU. Te vaak wordt in Vlaanderen gebruik gemaakt van de ICU om end-of-life-beslissingen uit te stellen. Oudere patiënten werden tijdens de covidcrisis doorverwezen naar de ICU omdat ze niet in het woonzorgcentrum zouden sterven. Wanneer een jongere covidpatiënt of een hartpatiënt die een levensreddende ingreep moet ondergaan als gevolg van dit soort zaken geen plaats krijgt op de ICU, is dat onbillijke discriminatie, vindt het Gentse diensthoofd intensieve zorg.
Dashboard
Crisismanager van de FOD Volksgezondheid Marcel Van der Auwera klaagt dat hij wel weet dat er ongeveer 2.000 ICU-bedden beschikbaar zijn, maar er geen zicht op heeft of dat intensieve zorg is "met kleine of met grote i". De elementen voor een centraal dashboard van de bezetting van ICU-bedden in heel het land, en de belasting die de patiënten er teweegbrengen, zijn aanwezig. De registratie van prestaties op de ICU geven op zichzelf al een betrouwbaar beeld van de actuele belasting , vindt Wouter De Corte van AZ Groeninge. "Het MICA-project waaraan 16 Belgische ziekenhuizen deelnemen, vormt de perfecte basis voor de centrale monitoring van de ICU-capaciteit als men dat zou ondersteunen en verder uitbouwen."
Het grote struikelblok bij het uitbreiden van de ICU-capaciteit om covidpieken op te vangen, is de beschikbaarheid van personeel. "Je moet beschikken over een pool van verpleegkundigen die vertrouwd zijn met kritieke zorg", zegt De Corte. Ook Marcel Van der Auwera is ervan overtuigd dat verpleegkundigen in competente pools moeten worden ondergebracht: "Ze moeten toegewezen worden aan teams met bepaalde expertises die multi-inzetbaar zijn, in plaats van aan een specifieke afdeling." Maar verschillende artsen uit het publiek wijzen erop dat zo'n systeem ook limieten heeft. "Flexibiliteit moet je voorbereiden", denkt dokter Jan Stroobants. "OK-personeel dat op onze spoedafdeling werd ingezet, voelde er zich behoorlijk ontheemd." Het werk van verpleegkundigen is nog steeds aan een belangrijke opwaardering toe, vinden verschillende sprekers. Stroobants wijst erop dat je moet putten uit de eigen creativiteit van zorgverleners om burn-out te vermijden. Dokter De Corte benadrukt dat het gebruik van een patient-to-nurse ratio achterhaald is, en dat een PNR van drie op één op de ICU onhoudbaar is geworden.
Luisterend oor
Minister Frank Vandenbroucke woonde, tot spijt van de sprekers, deze laatste discussie niet meer bij. Hij volgde evenwel een groot deel van het symposium over De gezondheidszorg in crisis. Zijn voorbereide speech liet hij liggen en hij haakte in op wat de sprekers vóór hem hadden gezegd. Hij was geboeid geweest door de presentatie van professor Marc Peeters over hoe de afdeling oncologie van het UZA zichzelf tijdens de covidcrisis voor een stuk had heruitgevonden, onder meer om de zorg meer ambulant te organiseren - met telegeneeskunde, transmurale zorg en dagopnamen. "De voorbije twee jaar zijn dingen mogelijk geworden die dat voorheen niet waren door samenwerking tussen de ziekenhuizen en tussen de zorgactoren", aldus Vandenbroucke. "Dat is bottom-up tot stand gekomen. De geplande hervorming van de ziekenhuisfinanciering - pathologiegebonden, meer open-end - moet dat soort samenwerking juist veel makkelijker maken. Maar daarop wachten doen we niet. Tegen het eind van het jaar wil ik een cartografie opmaken van alle samenwerkingsverbanden die de ziekenhuizen transmuraal hebben opgebouwd: met de eerste lijn, de woonzorgcentra, de netwerken geestelijke gezondheidszorg,..."
Een duidelijke definitie van een ICU-bed houdt een beschrijving in van de infrastructuur waarin het ziekenhuis moet investeren, en de personeelsbezetting. Er moeten ook duidelijke opname- en ontslagcriteria komen voor de ICU. Te vaak wordt in Vlaanderen gebruik gemaakt van de ICU om end-of-life-beslissingen uit te stellen. Oudere patiënten werden tijdens de covidcrisis doorverwezen naar de ICU omdat ze niet in het woonzorgcentrum zouden sterven. Wanneer een jongere covidpatiënt of een hartpatiënt die een levensreddende ingreep moet ondergaan als gevolg van dit soort zaken geen plaats krijgt op de ICU, is dat onbillijke discriminatie, vindt het Gentse diensthoofd intensieve zorg. Crisismanager van de FOD Volksgezondheid Marcel Van der Auwera klaagt dat hij wel weet dat er ongeveer 2.000 ICU-bedden beschikbaar zijn, maar er geen zicht op heeft of dat intensieve zorg is "met kleine of met grote i". De elementen voor een centraal dashboard van de bezetting van ICU-bedden in heel het land, en de belasting die de patiënten er teweegbrengen, zijn aanwezig. De registratie van prestaties op de ICU geven op zichzelf al een betrouwbaar beeld van de actuele belasting , vindt Wouter De Corte van AZ Groeninge. "Het MICA-project waaraan 16 Belgische ziekenhuizen deelnemen, vormt de perfecte basis voor de centrale monitoring van de ICU-capaciteit als men dat zou ondersteunen en verder uitbouwen." Het grote struikelblok bij het uitbreiden van de ICU-capaciteit om covidpieken op te vangen, is de beschikbaarheid van personeel. "Je moet beschikken over een pool van verpleegkundigen die vertrouwd zijn met kritieke zorg", zegt De Corte. Ook Marcel Van der Auwera is ervan overtuigd dat verpleegkundigen in competente pools moeten worden ondergebracht: "Ze moeten toegewezen worden aan teams met bepaalde expertises die multi-inzetbaar zijn, in plaats van aan een specifieke afdeling." Maar verschillende artsen uit het publiek wijzen erop dat zo'n systeem ook limieten heeft. "Flexibiliteit moet je voorbereiden", denkt dokter Jan Stroobants. "OK-personeel dat op onze spoedafdeling werd ingezet, voelde er zich behoorlijk ontheemd." Het werk van verpleegkundigen is nog steeds aan een belangrijke opwaardering toe, vinden verschillende sprekers. Stroobants wijst erop dat je moet putten uit de eigen creativiteit van zorgverleners om burn-out te vermijden. Dokter De Corte benadrukt dat het gebruik van een patient-to-nurse ratio achterhaald is, en dat een PNR van drie op één op de ICU onhoudbaar is geworden. Minister Frank Vandenbroucke woonde, tot spijt van de sprekers, deze laatste discussie niet meer bij. Hij volgde evenwel een groot deel van het symposium over De gezondheidszorg in crisis. Zijn voorbereide speech liet hij liggen en hij haakte in op wat de sprekers vóór hem hadden gezegd. Hij was geboeid geweest door de presentatie van professor Marc Peeters over hoe de afdeling oncologie van het UZA zichzelf tijdens de covidcrisis voor een stuk had heruitgevonden, onder meer om de zorg meer ambulant te organiseren - met telegeneeskunde, transmurale zorg en dagopnamen. "De voorbije twee jaar zijn dingen mogelijk geworden die dat voorheen niet waren door samenwerking tussen de ziekenhuizen en tussen de zorgactoren", aldus Vandenbroucke. "Dat is bottom-up tot stand gekomen. De geplande hervorming van de ziekenhuisfinanciering - pathologiegebonden, meer open-end - moet dat soort samenwerking juist veel makkelijker maken. Maar daarop wachten doen we niet. Tegen het eind van het jaar wil ik een cartografie opmaken van alle samenwerkingsverbanden die de ziekenhuizen transmuraal hebben opgebouwd: met de eerste lijn, de woonzorgcentra, de netwerken geestelijke gezondheidszorg,..."