De hoge werkdruk in de zorgsector door de combinatie van complexe zorgnoden en personeelsschaarste is al vele jaren een gekend probleem. Dat zorgprofessionals de sector daardoor willen verlaten, of dat effectief doen, ook. Om tegen te gaan dat zorgprofessionals langdurig uitvallen of uitstromen startte het Gouverneur Kinsbergencentrum (GKC) samen met Vlaamse en Nederlandse partners het project 'Blijf aan Z, gezond en wel in de zorg'.
"Uit onderzoeken blijken verschillende pistes om krapte op de zorgarbeidsmarkt te bestrijden", zegt Scarlett Deurinck, directeur van het Gouverneur Kinsbergencentrum (GKC) in Antwerpen. Het GKC brengt onderwijs- en kennisinstellingen samen met zorgorganisaties en wil zo innovaties ontwikkelen en versnellen die een antwoord bieden op de huidige noden in de zorg.
"Een eerste piste is de instroom verhogen, bijvoorbeeld via arbeidsmigratie of door meer jongeren voor opleidingen aan te trekken. Andere pistes zijn het opleidings- en competentiebeleid aanpakken, inzetten op innovatie en digitalisering, en het arbeidsvolume verhogen, bijvoorbeeld. door meer voltijdse werkkrachten aan te werven. Een laatste piste is de uitstroom verlagen, of met andere woorden investeren in het behoud van werknemers. Op die laatste factor richten wij ons in het project Blijf aan Z."
Samen met verschillende kennispartners en zorginstellingen ging het GKC daarmee in op een oproep van Interreg Vlaanderen-Nederland dat grensoverschrijdende projecten subsidieert voor slimme, groene en inclusieve groei.
Impact op organisatieniveau
Scarlett Deurinck licht het opzet van 'Blijf aan Z' toe: "Om in te zetten op retentie moet je weten waarom zorgprofessionals uitstromen. In eerste instantie brengen we de voorspellende elementen in kaart die ervoor zorgen dat zorgprofessionals overwegen om voor een andere job te kiezen. Om dit overzicht op te stellen, vertrekken onze kennispartners van bestaande gegevens en studies."
"Binnen het project focussen we ons op die elementen binnen de organisatie waar we zelf impact op kunnen hebben. Hierbij denken we aan factoren op team- en individueel niveau."
"Na selectie van de voorspellers ontwikkelen we op basis daarvan een monitoringinstrument", vervolgt Deurinck, "dat zorgorganisaties toelaat om de retentie bij hun werknemers te meten. Met het zogenaamde dashboard krijgen ze zicht op hoeveel werknemers aan vertrekken denken en op factoren die daaraan positief of negatief kunnen bijdragen. Het laat ook toe een voor- en nameting uit te voeren bij de interventies die we binnen het project lanceren."
Positief leiding geven
Annelies Van den Eynden, die het project 'Blijf aan Z' coördineert, vertelt meer over die zogenaamde 'interventies'. "Met de methodiek 'Team Champions' leiden we een tot twee teamleden uit een zorgteam op om op een innovatieve manier de veerkracht van collega's en het team in zijn geheel te verhogen. Denk bijvoorbeeld aan het inbouwen van 'mindfulnessbreaks', of door het creëren van een cultuur van transparantie rond het eigen energiemanagement."
"Een andere interventie richt zich op het coachen van leidinggevende van zorgteams. Uit internationale lectuur weten we dat leiderschap en de werkomgeving een sterke impact hebben op de intentie van werknemers om een afdeling, organisatie of het beroep te verlaten. Zo waarderen zorgmedewerkers een transformationele en persoonsgerichte stijl van leiderschap, die daar-naast ondersteunend, competent, benaderbaar, relationeel en ethisch is. In een community of practice delen leidinggeven van verschillende zorginstellingen kennis en ervaringen met elkaar over het leiden van werkplekculturen waarin zorgmedewerkers willen blijven werken."
Grensoverschrijdend
Voor de uitwerking en uitvoering van het Interreg- project werkt het Gouverneur Kinsbergencentrum grensoverschrijdend samen (*). "Op vlak van gezondheidsbeleid zijn er verschillen tussen Vlaanderen en Nederland, denk aan wetgeving, verloning, organisatie, maar ook opleidingen en cultuur verschillen", erkent Scarlett Deurinck. "De problematiek rond het behoud van werknemers is echter gelijkaardig."
Volgens de directeur komt samenwerking zowel Vlaanderen als onze noorderburen ten goede. "Moesten we slechts aan een kant van de grens oplossingen nemen, dan zou dat hoogstwaarschijnlijk werknemers aantrekken van beide regio's. Op die manier zouden we in elkaars vijver vissen, het probleem wordt gewoon verschoven en dat is uiteraard niet de bedoeling."
Van juni tot augustus jl. konden zorginstellingen (ziekenhuizen en woonzorgcentra) reageren op een oproep en zich aanmelden als 'testorganisatie' om aan de slag te gaan met de interventies ontwikkeld door Universiteit Antwerpen (Team Champions) en Fontys Hogescholen (leidinggeven).
In december van dit jaar gaat de eerste sessie van de community van leidinggevenden van start, in januari van volgend jaar worden de 'team champions' opgeleid. Eind 2022 loopt het project af, en worden de resultaten bekendgemaakt.
(*) De partners zijn: Provincie Antwerpen, Universiteit Antwerpen, Thomas More Mechelen-Antwerpen, Fontys Hogescholen, Transvorm, Elizabeth-TweeSteden Ziekenhuis, Het GielsBos.
Het project 'Blijf aan Z' wordt gefinancierd binnen het Interreg V-programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Meer info: grensregio.eu.
"Uit onderzoeken blijken verschillende pistes om krapte op de zorgarbeidsmarkt te bestrijden", zegt Scarlett Deurinck, directeur van het Gouverneur Kinsbergencentrum (GKC) in Antwerpen. Het GKC brengt onderwijs- en kennisinstellingen samen met zorgorganisaties en wil zo innovaties ontwikkelen en versnellen die een antwoord bieden op de huidige noden in de zorg. "Een eerste piste is de instroom verhogen, bijvoorbeeld via arbeidsmigratie of door meer jongeren voor opleidingen aan te trekken. Andere pistes zijn het opleidings- en competentiebeleid aanpakken, inzetten op innovatie en digitalisering, en het arbeidsvolume verhogen, bijvoorbeeld. door meer voltijdse werkkrachten aan te werven. Een laatste piste is de uitstroom verlagen, of met andere woorden investeren in het behoud van werknemers. Op die laatste factor richten wij ons in het project Blijf aan Z." Samen met verschillende kennispartners en zorginstellingen ging het GKC daarmee in op een oproep van Interreg Vlaanderen-Nederland dat grensoverschrijdende projecten subsidieert voor slimme, groene en inclusieve groei. Scarlett Deurinck licht het opzet van 'Blijf aan Z' toe: "Om in te zetten op retentie moet je weten waarom zorgprofessionals uitstromen. In eerste instantie brengen we de voorspellende elementen in kaart die ervoor zorgen dat zorgprofessionals overwegen om voor een andere job te kiezen. Om dit overzicht op te stellen, vertrekken onze kennispartners van bestaande gegevens en studies." "Binnen het project focussen we ons op die elementen binnen de organisatie waar we zelf impact op kunnen hebben. Hierbij denken we aan factoren op team- en individueel niveau." "Na selectie van de voorspellers ontwikkelen we op basis daarvan een monitoringinstrument", vervolgt Deurinck, "dat zorgorganisaties toelaat om de retentie bij hun werknemers te meten. Met het zogenaamde dashboard krijgen ze zicht op hoeveel werknemers aan vertrekken denken en op factoren die daaraan positief of negatief kunnen bijdragen. Het laat ook toe een voor- en nameting uit te voeren bij de interventies die we binnen het project lanceren." Annelies Van den Eynden, die het project 'Blijf aan Z' coördineert, vertelt meer over die zogenaamde 'interventies'. "Met de methodiek 'Team Champions' leiden we een tot twee teamleden uit een zorgteam op om op een innovatieve manier de veerkracht van collega's en het team in zijn geheel te verhogen. Denk bijvoorbeeld aan het inbouwen van 'mindfulnessbreaks', of door het creëren van een cultuur van transparantie rond het eigen energiemanagement." "Een andere interventie richt zich op het coachen van leidinggevende van zorgteams. Uit internationale lectuur weten we dat leiderschap en de werkomgeving een sterke impact hebben op de intentie van werknemers om een afdeling, organisatie of het beroep te verlaten. Zo waarderen zorgmedewerkers een transformationele en persoonsgerichte stijl van leiderschap, die daar-naast ondersteunend, competent, benaderbaar, relationeel en ethisch is. In een community of practice delen leidinggeven van verschillende zorginstellingen kennis en ervaringen met elkaar over het leiden van werkplekculturen waarin zorgmedewerkers willen blijven werken." Voor de uitwerking en uitvoering van het Interreg- project werkt het Gouverneur Kinsbergencentrum grensoverschrijdend samen (*). "Op vlak van gezondheidsbeleid zijn er verschillen tussen Vlaanderen en Nederland, denk aan wetgeving, verloning, organisatie, maar ook opleidingen en cultuur verschillen", erkent Scarlett Deurinck. "De problematiek rond het behoud van werknemers is echter gelijkaardig." Volgens de directeur komt samenwerking zowel Vlaanderen als onze noorderburen ten goede. "Moesten we slechts aan een kant van de grens oplossingen nemen, dan zou dat hoogstwaarschijnlijk werknemers aantrekken van beide regio's. Op die manier zouden we in elkaars vijver vissen, het probleem wordt gewoon verschoven en dat is uiteraard niet de bedoeling." Van juni tot augustus jl. konden zorginstellingen (ziekenhuizen en woonzorgcentra) reageren op een oproep en zich aanmelden als 'testorganisatie' om aan de slag te gaan met de interventies ontwikkeld door Universiteit Antwerpen (Team Champions) en Fontys Hogescholen (leidinggeven). In december van dit jaar gaat de eerste sessie van de community van leidinggevenden van start, in januari van volgend jaar worden de 'team champions' opgeleid. Eind 2022 loopt het project af, en worden de resultaten bekendgemaakt.