De volgende maanden gaat het UZ Gent via focusgroepen en een ruime bevraging van zorgprofessionals uit de praktijk bestaande interne procedures grondig evalueren en vanuit risico-analyses nieuwe kwaliteitsnormen vastleggen.
In december vorig jaar zegde de GZA-groep uit Antwerpen als eerste ziekenhuis(groep) de accreditering de wacht aan. Met het UZ Gent volgt nu een tweede, universitair, ziekenhuis. We vroegen hoofdarts professor Frank Vermassen meer uitleg over deze stap.
Covid-19
Het UZ gaat resoluut voor en nieuw "ambitieus kwaliteitsbeleid", aldus het persbericht. Daarmee zet men wel een punt achter het huidige accrediteringsmodel. In normale tijden had in het voorjaar een audit plaatsgehad om de NIAZ-Qmentum-accreditering te vernieuwen. De covid-19-crisis stak daar een stokje voor. "Deze gezondheidscrisis was natuurlijk een kwaliteitstest zonder weerga", aldus professor Vermassen. "Maar we hadden ze onder controle. Onze voorbereidingen en procedures hebben gewerkt."
Daarom maakte men nu van de gelegenheid gebruik om het accrediteringstraject stop te zetten. Het ziekenhuis verwijst naar de zware werkbelasting die gepaard gaat met een audit. Bovendien zijn de inspanningen ook niet altijd duurzaam en soms ligt de focus te veel op externe profilering in plaats van op interne verbetering. "En aangezien vrijwel alle ziekenhuizen nu geaccrediteerd zijn, verliest het certificaat aan waarde", zo argumenteert men nog.
Focusgroepen
Het toekomstige kwaliteitsbeleid impliceert een externe toetsing die beter aansluit bij de eigenheid en de prioriteiten van het ziekenhuis. Frank Vermassen: "We gaan per kwaliteitsdomein -bijvoorbeeld veiligheid, effectiviteit, patiëntgerichtheid- zelf normen bepalen. Daarbij analyseren we de huidige interne procedures grondig. Procedures zonder toegevoegde waarde of met een onredelijke administratieve last worden geschrapt. En vanuit risico-analyses leggen we nieuwe kwaliteitsnormen vast."
Om dat alles te realiseren richt het ziekenhuis de volgende maanden focusgroepen op en organiseert ze een ruime bevraging van zorgprofessionals uit de praktijk. Vermassen: "Bijvoorbeeld willen we komen tot duidelijke richtlijnen voor de organisatie van morbiditeits- en mortaliteitsbesprekingen. In de meeste disciplines gebeurt dat reeds, ziekenhuisbreed ontbreekt echter het kader. Hiervoor gaan we ook systematisch data aanleveren uit incident-meldingen, outcome-metingen enz."
Er komt een quality review board met zorgprofessionals uit de praktijk. Zij bakenen het kwaliteitskader af en evalueren permanent, aldus het persbericht. Professor Vermassen: "De review board is het coördinerend orgaan om tot een eigen kwaliteitskader te komen. In de board zetelen onze eigen mensen, vertegenwoordigers van de patiënten en een beperkt aantal externen omwille van hun expertise. Er komt hiervoor een selectieprocedure."
Gent legt de nadruk op kwaliteitsmethodes die bijdragen tot betere klinische resultaten voor de patiënten. Het perscommuniqué verwijst naar de kwaliteitsindicatoren van VIP² waarmee resultaten van veel voorkomende aandoeningen kunnen worden vergelijken. "Het UZ wil echter ook de resultaten van meer gespecialiseerde behandelingen systematisch opvolgen en vergelijken met andere internationale instellingen", legt Vermassen uit. Daarvoor bouwt men een consortium uit van centra waarmee men nu al samenwerkt in het kader van de Europese Referentienetwerken voor zeldzame ziekten.
Externe toetsing
Ook met een eigen kwaliteitskader blijft er evenwel nood aan externe toetsing. "Dat laat toe blinde vlekken te identificeren en risico's in kaart te brengen. In het verleden werkten we goed samen met het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). Het voorstel is dus om met hen te blijven samenwerken", dixit Vermassen. "Want een eigen systeem van peer review inrichten is niet kosten-efficiënt en het behoort ook niet tot onze core-business."
Een NIAZ-audit 'nieuwe stijl' moet dan wel het kwaliteitsniveau van het ziekenhuis inschatten met de klemtoon op toetsing en risico-analyse van het kwaliteitskader. Vermassen: "We stappen dus af van het strikte en zeer uitgebreide normenstelsel van NIAZ-Qmentum. Wel kan NIAZ nog steeds een kernset van essentiële normen aanreiken. Daarnaast is een systeemaudit mogelijk van de wijze waarop het UZ omgaat met kwaliteitsvereisten en deze implementeert."
Zorg en gezondheid
Ondertussen is wel niet helemaal duidelijk hoe de kwaliteitscontrole in niet-klassiek geaccrediteerde ziekenhuizen zal gebeuren. Dokter Dirk Dewolf, administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: "Accreditatie blijft een vrije keuze van het ziekenhuis. Indien dit gestopt wordt, dan kan de toezichthoudende overheid wel vragen hoe de voorziening haar eigen kwaliteit van zorg zal bewaken en verbeteren. Een terugkeer naar de oude manier van werken, met name systeemtoezicht door de zorginspectie, zien we evenwel niet meer zitten."
Tot slot reageerde NIAZ zelf enthousiast op de plannen van het UZ Gent. "De eerste accrediteringsgolf bleek het fundament voor kwaliteitsborging en nu is het tijd voor een volgende stap," aldus een persmededeling van het Nederlandse Instituut.
In december vorig jaar zegde de GZA-groep uit Antwerpen als eerste ziekenhuis(groep) de accreditering de wacht aan. Met het UZ Gent volgt nu een tweede, universitair, ziekenhuis. We vroegen hoofdarts professor Frank Vermassen meer uitleg over deze stap. Het UZ gaat resoluut voor en nieuw "ambitieus kwaliteitsbeleid", aldus het persbericht. Daarmee zet men wel een punt achter het huidige accrediteringsmodel. In normale tijden had in het voorjaar een audit plaatsgehad om de NIAZ-Qmentum-accreditering te vernieuwen. De covid-19-crisis stak daar een stokje voor. "Deze gezondheidscrisis was natuurlijk een kwaliteitstest zonder weerga", aldus professor Vermassen. "Maar we hadden ze onder controle. Onze voorbereidingen en procedures hebben gewerkt."Daarom maakte men nu van de gelegenheid gebruik om het accrediteringstraject stop te zetten. Het ziekenhuis verwijst naar de zware werkbelasting die gepaard gaat met een audit. Bovendien zijn de inspanningen ook niet altijd duurzaam en soms ligt de focus te veel op externe profilering in plaats van op interne verbetering. "En aangezien vrijwel alle ziekenhuizen nu geaccrediteerd zijn, verliest het certificaat aan waarde", zo argumenteert men nog.Het toekomstige kwaliteitsbeleid impliceert een externe toetsing die beter aansluit bij de eigenheid en de prioriteiten van het ziekenhuis. Frank Vermassen: "We gaan per kwaliteitsdomein -bijvoorbeeld veiligheid, effectiviteit, patiëntgerichtheid- zelf normen bepalen. Daarbij analyseren we de huidige interne procedures grondig. Procedures zonder toegevoegde waarde of met een onredelijke administratieve last worden geschrapt. En vanuit risico-analyses leggen we nieuwe kwaliteitsnormen vast." Om dat alles te realiseren richt het ziekenhuis de volgende maanden focusgroepen op en organiseert ze een ruime bevraging van zorgprofessionals uit de praktijk. Vermassen: "Bijvoorbeeld willen we komen tot duidelijke richtlijnen voor de organisatie van morbiditeits- en mortaliteitsbesprekingen. In de meeste disciplines gebeurt dat reeds, ziekenhuisbreed ontbreekt echter het kader. Hiervoor gaan we ook systematisch data aanleveren uit incident-meldingen, outcome-metingen enz."Er komt een quality review board met zorgprofessionals uit de praktijk. Zij bakenen het kwaliteitskader af en evalueren permanent, aldus het persbericht. Professor Vermassen: "De review board is het coördinerend orgaan om tot een eigen kwaliteitskader te komen. In de board zetelen onze eigen mensen, vertegenwoordigers van de patiënten en een beperkt aantal externen omwille van hun expertise. Er komt hiervoor een selectieprocedure." Gent legt de nadruk op kwaliteitsmethodes die bijdragen tot betere klinische resultaten voor de patiënten. Het perscommuniqué verwijst naar de kwaliteitsindicatoren van VIP² waarmee resultaten van veel voorkomende aandoeningen kunnen worden vergelijken. "Het UZ wil echter ook de resultaten van meer gespecialiseerde behandelingen systematisch opvolgen en vergelijken met andere internationale instellingen", legt Vermassen uit. Daarvoor bouwt men een consortium uit van centra waarmee men nu al samenwerkt in het kader van de Europese Referentienetwerken voor zeldzame ziekten.Ook met een eigen kwaliteitskader blijft er evenwel nood aan externe toetsing. "Dat laat toe blinde vlekken te identificeren en risico's in kaart te brengen. In het verleden werkten we goed samen met het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). Het voorstel is dus om met hen te blijven samenwerken", dixit Vermassen. "Want een eigen systeem van peer review inrichten is niet kosten-efficiënt en het behoort ook niet tot onze core-business." Een NIAZ-audit 'nieuwe stijl' moet dan wel het kwaliteitsniveau van het ziekenhuis inschatten met de klemtoon op toetsing en risico-analyse van het kwaliteitskader. Vermassen: "We stappen dus af van het strikte en zeer uitgebreide normenstelsel van NIAZ-Qmentum. Wel kan NIAZ nog steeds een kernset van essentiële normen aanreiken. Daarnaast is een systeemaudit mogelijk van de wijze waarop het UZ omgaat met kwaliteitsvereisten en deze implementeert."Ondertussen is wel niet helemaal duidelijk hoe de kwaliteitscontrole in niet-klassiek geaccrediteerde ziekenhuizen zal gebeuren. Dokter Dirk Dewolf, administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: "Accreditatie blijft een vrije keuze van het ziekenhuis. Indien dit gestopt wordt, dan kan de toezichthoudende overheid wel vragen hoe de voorziening haar eigen kwaliteit van zorg zal bewaken en verbeteren. Een terugkeer naar de oude manier van werken, met name systeemtoezicht door de zorginspectie, zien we evenwel niet meer zitten."Tot slot reageerde NIAZ zelf enthousiast op de plannen van het UZ Gent. "De eerste accrediteringsgolf bleek het fundament voor kwaliteitsborging en nu is het tijd voor een volgende stap," aldus een persmededeling van het Nederlandse Instituut.