Unisoc vertegenwoordigt de werkgevers uit socialprofitsector, die samen 714.127 werknemers tewerkstellen, waarvan 243.977 in de gezondheidszorg - de grootste helft daarvan in Vlaanderen. De nonprofitsector is een belangrijke motor van tewerkstelling in onze economie. Ze vult belangrijke maatschappelijke behoeften. In Vlaanderen vertegenwoordigt Unisoc - via Verso - onder meer Zorgnet-Icuro en het Witgele Kruis, maar ook de ziekenfondsen, het onderwijs, enzovoort.
De socialprofitwerkgevers verwachten van de overheid rechtszekerheid, continuïteit van beleid en een werkbaar financieel beleid. De besparingsdrift van de afgelopen jaren zet de toegankelijkheid van de socialprofitsector voor de burger zwaar onder druk. Op termijn kan dit de kwaliteit van de dienstverlening in gevaar brengen.
Beleidsinstanties moeten rekening houden met het stijgend belang van de socialprofitsectoren. De nonprofitsector verwacht van de volgende federale regering dat ze haar invloed aanwendt om het sociaal overleg te moderniseren.
Een greep uit de aanbevelingen:
- Unisoc moet opgenomen worden in de "Groep van 10". Nu zijn alleen de werknemers van de social profit vertegenwoordigd in dit overlegforum.
- Het moet mogelijk worden om deeltijdse arbeid flexibeler in te zetten. Daarbij moet men de autonomie van de sociale partner moet respecteren, en alleen outplacementverplichtingen invoeren waar ze impact hebben.
- De financieringsbasis van de sociale zekerheid vraagt om verbreding. Niet elke lastendaling moet de overheid meteen verrekenen in de subsidies.
- Levenslang leren en renovatie van infrastructuur moeten, ook door de fiscus, beschouwd worden als een investering.
- Bij het beleid rond knelpuntberoepen moet meer ingezet worden op inactieven, op zij-instromers in de non-profitsector via vorming.
- Unisoc vraagt opgenomen te worden in de beheerscomités van de parastatalen (RSZ, RVA, ...).
- Modernisering van het welzijnsbeleid voor de werknemers om efficiëntiewinsten door modernisering mogelijk te maken - vermindering van het aantal medische onderzoeken, en meer aandacht voor kleine organisaties, onder meer inzake externe preventiediensten.
- Aandachtspunten zijn verder het eindeloopbaandebat, sociale verkiezingen met meer overleg, vermindering van administratieve lasten,... .