In psychiatrische instellingen met een geslotendeurenbeleid doen er zich niet meer zelfdodingen of pogingen daartoe voor - en patiënten gaan er ook niet vaker vandoor. Een behandeling op een open afdeling is gelinkt aan een lager risico op suïcidepogingen en minder weglopers, zo blijkt uit een grootscheeps observationeel onderzoek in Duitsland.
De onderzoekers analyseerden de gegevens van 21 Duitse psychiatrische instellingen over de periode 1998 tot 2012. Op een totaal van zo'n 350.000 patiënten bestudeerden ze 72.869 gevallen in beide soorten instellingen, waarbij ze patiënteneigenschappen en risicofactoren in rekening brachten. Patiënten opgenomen op een gesloten afdeling waren vaker jonger, mannelijk, met een verleden van drugsmisbruik en hadden vaker al een suïcidepoging achter de rug dan hun lotgenoten in een open instelling.
Uit de resultaten, gepubliceerd in Lancet Psychiatry, bleek er geen verschil te zijn in het voorkomen van zelfdodingen of suïcidepogingen tussen instellingen met een geslotendeurenbeleid en open afdelingen. Op die laatste gingen er ook niet vaker patiënten vandoor, met of zonder terugkeer.
Uit de analyse van de patiënten volgens het soort instelling blijkt dat zij die op een open afdelingen behandeld worden, minder risico lopen op een zelfdodingspoging. Ze zijn ook significant minder geneigd om weg te lopen. Inzake zelfdodingen was er geen verschil.
"Deze bevindingen suggereren dat een geslotendeurenbeleid niet blijkt te helpen om de veiligheid van de patiënten te verbeteren en evenmin succesvol is om hen ervan te weerhouden om weg te lopen", zegt hoofdauteur Christian Huber van het universitaire psychiatrische ziekenhuis in Bazel.
"Gesloten deuren zorgen voor een meer oppressieve sfeer, wat de doeltreffendheid van de behandeling kan aantasten en zo langere opnames in de hand werkt. Het zet patiënten er zelfs mogelijk toe aan om er vandoor te gaan", besluit hij.
De onderzoekers analyseerden de gegevens van 21 Duitse psychiatrische instellingen over de periode 1998 tot 2012. Op een totaal van zo'n 350.000 patiënten bestudeerden ze 72.869 gevallen in beide soorten instellingen, waarbij ze patiënteneigenschappen en risicofactoren in rekening brachten. Patiënten opgenomen op een gesloten afdeling waren vaker jonger, mannelijk, met een verleden van drugsmisbruik en hadden vaker al een suïcidepoging achter de rug dan hun lotgenoten in een open instelling.Uit de resultaten, gepubliceerd in Lancet Psychiatry, bleek er geen verschil te zijn in het voorkomen van zelfdodingen of suïcidepogingen tussen instellingen met een geslotendeurenbeleid en open afdelingen. Op die laatste gingen er ook niet vaker patiënten vandoor, met of zonder terugkeer.Uit de analyse van de patiënten volgens het soort instelling blijkt dat zij die op een open afdelingen behandeld worden, minder risico lopen op een zelfdodingspoging. Ze zijn ook significant minder geneigd om weg te lopen. Inzake zelfdodingen was er geen verschil."Deze bevindingen suggereren dat een geslotendeurenbeleid niet blijkt te helpen om de veiligheid van de patiënten te verbeteren en evenmin succesvol is om hen ervan te weerhouden om weg te lopen", zegt hoofdauteur Christian Huber van het universitaire psychiatrische ziekenhuis in Bazel."Gesloten deuren zorgen voor een meer oppressieve sfeer, wat de doeltreffendheid van de behandeling kan aantasten en zo langere opnames in de hand werkt. Het zet patiënten er zelfs mogelijk toe aan om er vandoor te gaan", besluit hij.