Tijdens ons verblijf lopen we elke dag enkele uurtjes mee op een bepaalde dienst. Vandaag is dat de abdominale transplantatiechirurgie en coördinatie.
We worden ontvangen door Bruno Desschans, hoofdtransplantatiecoördinator. Als leek verwacht je een drukte van jewelste en roodgloeiende telefoons op een dienst waar orgaandonaties en transplantaties worden gecoördineerd. Maar het is er opvallend rustig. "Al kan dat plots omslaan", vertelt Bruno. "Als er een melding van een potentiële donor binnenkomt, schiet de hele procedure in gang en zitten we al snel aan 150 in- en uitgaande telefoongesprekken."
De dienst is recent verhuisd, de vorige locatie was immers te krap geworden. Nu zitten de medewerkers in een open kantoor met rondom de bureautjes van de vier abdominale chirurgen. In de centrale ruimte zitten de twee secretaressen van de chirurgen, een medewerker van Transplantoux en de zes transplantatiecoördinatoren, van wie er vijf meedraaien in het wachtsysteem. Momenteel zijn ook de tweedejaars geneeskundestudenten Laurens en Arne er aan de slag voor een onderzoek naar de complicaties bij levertransplantaties.
Druk in het OK
De afdeling coördineert jaarlijks 100 tot 120 donaties en 300 à 350 transplantaties. Er komen op de dienst twee soorten oproepen binnen, legt Bruno uit.
"Je hebt in de eerste plaats aanmeldingen van potentiële donoren uit de 35 Belgische ziekenhuizen waarmee we samenwerken. Het gaat dan om patiënten die hersendood zijn of bij wie de behandeling wordt stopgezet. Op basis van de medische informatie die we uitwisselen met de artsen ter plaatse, gaan we na of de organen al dan niet in aanmerking komen voor donatie. Eventueel worden er daartoe nog bijkomende onderzoeken uitgevoerd." Bij een gewelddadig overlijden moet ook het Parket zijn toestemming geven, gaat de transplantatiecoördinator verder. "En ten slotte dienen we nog na te gaan of de familie geen verzet aantekent, wat toch nog gebeurt in 10 tot 15% van de gevallen."
De volgende stap is het afnemen van bloedstalen, voor een virologische analyse en om de bloedgroep dubbel te checken. "Eens dat achter de rug is, wordt met de chirurgen een timing afgesproken voor het preleveren van het orgaan. Vanuit UZ Leuven sturen wij dan een chirurg ter plaatse, samen met een assistent, een OK-verpleegkundige en een coördinator. Vaak gaat er ook nog een arts in opleiding mee - het gaat tenslotte om anatomisch bekeken zeer interessante ingrepen. Het kan op zo'n momenten best druk worden in het OK, als er ook andere teams ter plaatse zijn voor bijvoorbeeld hart en/of longen."
Vooral 's nachts
De tweede groep van oproepen betreft organen die worden aangeboden via Eurotransplant. Bruno Desschans: "Het gebeurt regelmatig dat we dan naar het buitenland vliegen. Er staat continu een chartervlucht klaar die binnen het uur kan vertrekken. Af en toe rukken we uit met een helikopter, maar wegens de hoge kostprijs blijft dat beperkt."
De meeste telefoontjes komen overigens 's nachts binnen, omdat in de meeste ziekenhuizen de operatiezalen overdag niet beschikbaar zijn. "Dat nachtwerk begint wel door te wegen", geeft Bruno toe. "Gelukkig is het systeem nu aangepast en kloppen we geen hele week wachtdienst meer in één stuk."
Eens de procedure voor het uitnemen van het orgaan op gang is gebracht, wordt uiteraard ook de patiënt gecontacteerd. "Dat zijn telkens weer spannende momenten, met heel uiteenlopende reacties. Soms blijft het minutenlang stil aan de andere kant van de lijn, of hoor je mensen luidkeels roepen of in tranen uitbarsten."
Bedankjes
Aan een bord in de centrale ruimte hangen meerdere bedankingskaartjes. "We krijgen veel dankbriefjes binnen en dat schenkt uiteraard veel voldoening." Alles wordt overigens netjes ingescand en bijgehouden.
Eén geval heeft Bruno echt geraakt, vertelt hij met opkomende tranen in de ogen. "Een patiënt die het hart had gekregen van een jonge vader, stuurde via ons een bedankbriefje naar diens vrouw. Hun tienjarige dochtertje bezorgde een kaartje terug met een pakkende boodschap: 'Heel erg bedankt voor uw kaartje. Ik ben zijn dochter. Mijn papa is nu al een jaar gestorven. Ik mis hem nog elke dag. Ik ben hiel fier op mijn papa dat hij jouw leven heeft gered. Ik wens jou een vreugdevol en gezond leven.' Wat een mooie boodschap van een meisje dat ondanks het verdriet voor haar overleden papa de kracht vindt om zo'n positieve woorden neer te schrijven."
Bevlogen
Ik maak nog enkele foto's van de afdeling, neem afscheid van Bruno en zijn collega's en loop terug naar het lokaal waar onze pop-up redactie gevestigd is. Er komt een warm gevoel in me op als ik denk aan het enthousiasme en de bevlogenheid van de mensen met wie ik tot hiertoe gesproken heb voor de realisatie van deze dagboeken. Chapeau!
We worden ontvangen door Bruno Desschans, hoofdtransplantatiecoördinator. Als leek verwacht je een drukte van jewelste en roodgloeiende telefoons op een dienst waar orgaandonaties en transplantaties worden gecoördineerd. Maar het is er opvallend rustig. "Al kan dat plots omslaan", vertelt Bruno. "Als er een melding van een potentiële donor binnenkomt, schiet de hele procedure in gang en zitten we al snel aan 150 in- en uitgaande telefoongesprekken."De dienst is recent verhuisd, de vorige locatie was immers te krap geworden. Nu zitten de medewerkers in een open kantoor met rondom de bureautjes van de vier abdominale chirurgen. In de centrale ruimte zitten de twee secretaressen van de chirurgen, een medewerker van Transplantoux en de zes transplantatiecoördinatoren, van wie er vijf meedraaien in het wachtsysteem. Momenteel zijn ook de tweedejaars geneeskundestudenten Laurens en Arne er aan de slag voor een onderzoek naar de complicaties bij levertransplantaties.Druk in het OKDe afdeling coördineert jaarlijks 100 tot 120 donaties en 300 à 350 transplantaties. Er komen op de dienst twee soorten oproepen binnen, legt Bruno uit."Je hebt in de eerste plaats aanmeldingen van potentiële donoren uit de 35 Belgische ziekenhuizen waarmee we samenwerken. Het gaat dan om patiënten die hersendood zijn of bij wie de behandeling wordt stopgezet. Op basis van de medische informatie die we uitwisselen met de artsen ter plaatse, gaan we na of de organen al dan niet in aanmerking komen voor donatie. Eventueel worden er daartoe nog bijkomende onderzoeken uitgevoerd." Bij een gewelddadig overlijden moet ook het Parket zijn toestemming geven, gaat de transplantatiecoördinator verder. "En ten slotte dienen we nog na te gaan of de familie geen verzet aantekent, wat toch nog gebeurt in 10 tot 15% van de gevallen."De volgende stap is het afnemen van bloedstalen, voor een virologische analyse en om de bloedgroep dubbel te checken. "Eens dat achter de rug is, wordt met de chirurgen een timing afgesproken voor het preleveren van het orgaan. Vanuit UZ Leuven sturen wij dan een chirurg ter plaatse, samen met een assistent, een OK-verpleegkundige en een coördinator. Vaak gaat er ook nog een arts in opleiding mee - het gaat tenslotte om anatomisch bekeken zeer interessante ingrepen. Het kan op zo'n momenten best druk worden in het OK, als er ook andere teams ter plaatse zijn voor bijvoorbeeld hart en/of longen."Vooral 's nachtsDe tweede groep van oproepen betreft organen die worden aangeboden via Eurotransplant. Bruno Desschans: "Het gebeurt regelmatig dat we dan naar het buitenland vliegen. Er staat continu een chartervlucht klaar die binnen het uur kan vertrekken. Af en toe rukken we uit met een helikopter, maar wegens de hoge kostprijs blijft dat beperkt."De meeste telefoontjes komen overigens 's nachts binnen, omdat in de meeste ziekenhuizen de operatiezalen overdag niet beschikbaar zijn. "Dat nachtwerk begint wel door te wegen", geeft Bruno toe. "Gelukkig is het systeem nu aangepast en kloppen we geen hele week wachtdienst meer in één stuk."Eens de procedure voor het uitnemen van het orgaan op gang is gebracht, wordt uiteraard ook de patiënt gecontacteerd. "Dat zijn telkens weer spannende momenten, met heel uiteenlopende reacties. Soms blijft het minutenlang stil aan de andere kant van de lijn, of hoor je mensen luidkeels roepen of in tranen uitbarsten."BedankjesAan een bord in de centrale ruimte hangen meerdere bedankingskaartjes. "We krijgen veel dankbriefjes binnen en dat schenkt uiteraard veel voldoening." Alles wordt overigens netjes ingescand en bijgehouden.Eén geval heeft Bruno echt geraakt, vertelt hij met opkomende tranen in de ogen. "Een patiënt die het hart had gekregen van een jonge vader, stuurde via ons een bedankbriefje naar diens vrouw. Hun tienjarige dochtertje bezorgde een kaartje terug met een pakkende boodschap: 'Heel erg bedankt voor uw kaartje. Ik ben zijn dochter. Mijn papa is nu al een jaar gestorven. Ik mis hem nog elke dag. Ik ben hiel fier op mijn papa dat hij jouw leven heeft gered. Ik wens jou een vreugdevol en gezond leven.' Wat een mooie boodschap van een meisje dat ondanks het verdriet voor haar overleden papa de kracht vindt om zo'n positieve woorden neer te schrijven."BevlogenIk maak nog enkele foto's van de afdeling, neem afscheid van Bruno en zijn collega's en loop terug naar het lokaal waar onze pop-up redactie gevestigd is. Er komt een warm gevoel in me op als ik denk aan het enthousiasme en de bevlogenheid van de mensen met wie ik tot hiertoe gesproken heb voor de realisatie van deze dagboeken. Chapeau!