Vorige week woensdag werd in Leuven voor drie jaar een nieuwe leerstoel, 'Future of Hospital Quality', ingehuldigd. Het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid (LIGB) hoopt zo een meer wetenschappelijk onderbouwd, toekomstgericht kwaliteitsbeleid te ontwikkelen. Zorgnet-Icuro financiert.
De inauguratie had plaats in aanwezigheid van de rector van de KU Leuven, professor Luc Sels. Onder leiding van prof. Dirk De Ridder en prof. Kris Vanhaecht zal de leerstoel nagaan hoe ziekenhuizen best streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit met een optimale impact op de patiëntbeleving.
Middenkader
Uitgangspunt is de vaststelling dat sommige ziekenhuizen 'accrediteringsmoe' zijn én het gevoel hebben dat nieuwe accrediteringstrajecten relatief weinig extra verbetering bijbrengen. Bovendien leidde accreditering tot een groter middenkader en dat zorgde dan weer voor spanningen bij artsen en verpleegkundigen. Zij willen immers meer zorg aan bed. Er is ook het Deense voorbeeld waar men accreditatie stopzette en meer investeert in kwaliteitsprojecten bij het bed van de patiënt en op de werkvloer.
Kortom, een bezinning over de toekomst van de accreditering dringt zich op. De Leuvense leerstoel hoopt een structureel antwoord te formuleren op de complexe vraag naar toekomstig kwaliteitsbeleid in de ziekenhuizen. Niet in het minst omdat armlastige ziekenhuizen elke euro best zo optimaal mogelijk uitgeven. En hoe hou je artsen en medewerkers gemotiveerd om aandacht te hebben voor kwaliteit?
Verder stelt het LIGB vast dat er procentueel te veel middelen naar controle en toezicht gaan. Meer investeringen in kwaliteitsverbetering zijn nodig. Daarmee maak je het verschil voor patiënten, artsen en medewerkers. Ook bevat het Budget Financiële Middelen enerzijds heel wat versnipperde kwaliteitsincentives maar worden anderzijds nogal wat kwaliteitsnormen niet gefinancierd.
Continuïteit
Nog een manco is dat men geleverde inspanningen te weinig opvolgt. Internationaal onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat mortaliteit een maand voor en de maand na een accreditatie significant daalt. Het is uiteraard zaak om daarin meer continuïteit te brengen.
Data zijn er genoeg. Een van de doelstellingen is om MZG-data te bestuderen, deze te koppelen aan aanvullende interviews en op basis daarvan onderbouwde adviezen af te leveren. Waarbij ziekenhuizen in netwerken moeten streven naar de kwaliteit van de beste partner. De leerstoel wil dat met tools en parameters ondersteunen. Een internationaal expertenpanel ter ondersteuning en advies zal de kwaliteitsverzuchtingen van het LIGB en Zorgnet-Icuro alvast mee onder de loupe nemen. Vlaanderen is immers geen eiland.
Ruimte voor verbetering is er zeker. Op toegankelijkheid scoort onze gezondheidszorg goed maar qua 'outcomes' en 'patiëntervaringen' kan het veel beter. Voor handhygiëne bijvoorbeeld zou de lat op 100% moeten liggen.
De ziekenhuiscultuur en -organisatie zou 'kwaliteit' als de normaalste zaak van de wereld moeten zien. Dat gaat verder dan cijfers alleen, het heeft ook betrekking op wensen en verwachtingen van patiënten. Dit alles is een bijzonder complexe aangelegenheid. Vanuit de aandacht voor de mens, zo luidt het, moet kwaliteit echter als vanzelf verbeteren.
Bron: https://zorgwijzermagazine.be/
De inauguratie had plaats in aanwezigheid van de rector van de KU Leuven, professor Luc Sels. Onder leiding van prof. Dirk De Ridder en prof. Kris Vanhaecht zal de leerstoel nagaan hoe ziekenhuizen best streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit met een optimale impact op de patiëntbeleving.MiddenkaderUitgangspunt is de vaststelling dat sommige ziekenhuizen 'accrediteringsmoe' zijn én het gevoel hebben dat nieuwe accrediteringstrajecten relatief weinig extra verbetering bijbrengen. Bovendien leidde accreditering tot een groter middenkader en dat zorgde dan weer voor spanningen bij artsen en verpleegkundigen. Zij willen immers meer zorg aan bed. Er is ook het Deense voorbeeld waar men accreditatie stopzette en meer investeert in kwaliteitsprojecten bij het bed van de patiënt en op de werkvloer.Kortom, een bezinning over de toekomst van de accreditering dringt zich op. De Leuvense leerstoel hoopt een structureel antwoord te formuleren op de complexe vraag naar toekomstig kwaliteitsbeleid in de ziekenhuizen. Niet in het minst omdat armlastige ziekenhuizen elke euro best zo optimaal mogelijk uitgeven. En hoe hou je artsen en medewerkers gemotiveerd om aandacht te hebben voor kwaliteit?Verder stelt het LIGB vast dat er procentueel te veel middelen naar controle en toezicht gaan. Meer investeringen in kwaliteitsverbetering zijn nodig. Daarmee maak je het verschil voor patiënten, artsen en medewerkers. Ook bevat het Budget Financiële Middelen enerzijds heel wat versnipperde kwaliteitsincentives maar worden anderzijds nogal wat kwaliteitsnormen niet gefinancierd.ContinuïteitNog een manco is dat men geleverde inspanningen te weinig opvolgt. Internationaal onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat mortaliteit een maand voor en de maand na een accreditatie significant daalt. Het is uiteraard zaak om daarin meer continuïteit te brengen.Data zijn er genoeg. Een van de doelstellingen is om MZG-data te bestuderen, deze te koppelen aan aanvullende interviews en op basis daarvan onderbouwde adviezen af te leveren. Waarbij ziekenhuizen in netwerken moeten streven naar de kwaliteit van de beste partner. De leerstoel wil dat met tools en parameters ondersteunen. Een internationaal expertenpanel ter ondersteuning en advies zal de kwaliteitsverzuchtingen van het LIGB en Zorgnet-Icuro alvast mee onder de loupe nemen. Vlaanderen is immers geen eiland.Ruimte voor verbetering is er zeker. Op toegankelijkheid scoort onze gezondheidszorg goed maar qua 'outcomes' en 'patiëntervaringen' kan het veel beter. Voor handhygiëne bijvoorbeeld zou de lat op 100% moeten liggen.De ziekenhuiscultuur en -organisatie zou 'kwaliteit' als de normaalste zaak van de wereld moeten zien. Dat gaat verder dan cijfers alleen, het heeft ook betrekking op wensen en verwachtingen van patiënten. Dit alles is een bijzonder complexe aangelegenheid. Vanuit de aandacht voor de mens, zo luidt het, moet kwaliteit echter als vanzelf verbeteren.