...
Deze eHealthMonitor is een onderdeel van het nieuwe e-gezondheidsplan. In Nederland organiseert het Nictiz een dergelijke monitor. In Vlaanderen werd in 2017 ook al eens een eerste bevraging verricht. Imec lanceert nu een bevraging bij de zorgverleners en bij de burgers naar het gebruik van de e-healthdiensten. Het wil in kaart brengen hoe gebruikers de e-healthdiensten ervaren - wat hun verwachtingen zijn. Op grond daarvan kan het beleid gebreken en lacunes op het spoor komen, en gebruik van de e-healthdiensten vergemakkelijken."De cijfers kennen we", zegt Etienne Maeriën, adviseur van minister De Block over eHealth. "Recip-e weet bijvoorbeeld exact hoeveel elektronisch geneesmiddelenvoorschriften er in een bepaalde maand aangemaakt zijn. Wat we met deze bevraging willen te weten komen is wat de gebruikers van deze diensten ervan vinden. We willen de knelpunten opsporen.""We zijn sinds april met de ontwikkeling van deze bevraging bezig", vertelt Eva Steenberghs van imec. "We zijn vertrokken van de vragenlijst van Nictiz, maar die werd verschillende keren gereviewed. We kregen input en feedback van de Stuurgroep die bestaat uit leden van de betrokken overheden - de federale overheid en het Riziv, de betrokken agentschappen in de drie gewesten, zoals het Vlaamse Zorg en Gezondheid."Van de oorspronkelijke vragen van het Nictiz blijft niet heel veel over, meldt Maeriën. "De situatie in Nederland is anders. Daar zijn het vooral de opgelegde standaards en de afspraken die het Nictiz evalueert. In België gaat e-health voor de overheid in de eerste plaats over een beveiligd platform voor gegevensuitwisseling, dat verschillende diensten aanbiedt. Die diensten willen we evalueren.""We hebben de enquête verder afgetoetst op het veld. We zijn met verenigingen van zorgverleners gaan praten, en hebben de enquête ook voorgelegd aan zorgverleners zelf. De laatste weken hebben we de enquête bij zorgverleners uitgetest, om te zien of de formuleringen wel duidelijk genoeg waren."Rond deze tijd ontvangen de zorgverleners via de e-healthbox een persoonlijk bericht - in de inbox van hun elektronisch dossier. Dat bevat een koppeling naar de startpagina van de enquête. "We hebben met verenigingen zoals de artsensyndicaten ook afgesproken dat ze de monitor bekend zullen maken. Ze kunnen bijvoorbeeld de koppeling naar de startpagina met hun elektronische nieuwsbrieven meesturen", aldus Steenberghs."Wie op de startpagina komt, zal zich kunnen aanmelden als arts (huisarts of specialist), als apotheker, als verpleegkundige of zorgkundige, of als zorggebruiker. Afhankelijk van wat hij aangeeft, zal hij dan een specifieke vragenlijst voor een van die groepen voorgelegd krijgen", verduidelijkt Steenberghs. "We vragen of huisartsen al elektronisch geneesmiddelen voorschrijven en hoe vaak", legt Maeriën uit. "We vragen niet of ze Recip-e gebruiken. Ook bij specialisten vragen we welke dingen ze elektronisch doen - het is geen wedstrijd om te zien of ze de namen van de diensten kennen."www.ehealthmonitor.beDe enquête is anoniem, maar wel wordt bijvoorbeeld de leeftijd van de arts gevraagd. Aan huisartsen wordt gevraagd welk EMD-pakket ze gebruiken. Aan specialisten vraagt de enquête of ze in een universitair of in een algemeen ziekenhuis werken, dan wel of ze een privépraktijk hebben buiten het ziekenhuis."We willen natuurlijk patronen in de antwoorden kunnen herkennen", legt Maeriën uit. "Waarom valt een bepaalde categorie van artsen uit de boot? Als de gebruikers van één bepaald huisartsenpakket veel minder een bepaalde dienst toepassen, moeten we misschien eens met de ontwikkelaar van dat pakket gaan praten. Als artsen een bepaalde dienst minder gebruiken omdat ze vrezen dat daarmee patiëntengegevens in verkeerde handen verzeild geraken, moeten we misschien onze communicatie over die dienst bijsturen."Ook voor patiënten zelf is er een vragenlijst. Daarin gaat de aandacht vooral naar mijngezondheid.be. Deze dienst voor patiënten geeft een boost aan e-health, meent Maeriën. "CoZo merkte dat sinds de lancering het aantal consultaties van dossiers door patiënten met 300% steeg, in de VZNhub (Leuvens KWS) ging het om een stijging van 200%." Maeriën rekent op de patiënten om ambassadeurs te worden van de elektronische gegevensuitwisseling."We vragen de deelnemers van de enquête ook of ze willen aansluiten bij focusgroepen. Door die deelname kunnen ze preciezer aangeven waar het schoentje voor hen knelt, en vooral concreet vertellen hoe het volgens hen beter kan werken", vertelt Steenberghs. Hoeveel van dergelijke focusgroepen er zullen komen, hangt af van de respons op de enquête. De focusgroepen zouden begin volgend jaar plaatsvinden. De bedoeling is dat de eHealth-monitor in april volgend jaar klaar is voor publicatie.Artsen kunnen op het eind van de bevraging, hun e-mailadres opgeven. Die informatie wordt vertrouwelijk behandeld. Maar zo weten de organisatoren hoe ze kandidaten voor de focusgroepen kunnen contacteren. Bovendien wordt er tussen de verschillende deelnemers aan de enquête een prijs verloot.