De spoedafdeling van az Vesalius in Tongeren gebruikt sinds kort een screeningstool om kindermishandeling op te sporen. Aan de hand van een korte vragenlijst die de spoedverpleegkundige moet overlopen bij elke minderjarige patiënt kan een vermoeden van kindermishandeling worden vastgesteld en geregistreerd, en kunnen er vervolgstappen genomen worden.
De in eigen huis ontwikkelde tool bestaat uit een korte vragenlijst die elke spoedverpleegkundige overloopt wanneer hij een minderjarige patiënt voor zich krijgt. Heeft men het bezoek uitgesteld? Past het letsel bij het verhaal? Hebben ouder en kind een juiste interactie met elkaar? Met deze drie vragen kan een vermoeden van kindermishandeling worden vastgesteld. Geeft één van de drie vragen een positief resultaat, dan wordt er een vervolgtraject opgestart."De tool is slechts de eerste stap in het traject, maar wel een hele belangrijke," zegt diensthoofd pediatrie dokter Patrick Bollen. "De spoedarts op de hoogte brengen van een positieve screening is de volgende stap. Die zal de minderjarige patiënt verder onderzoeken en als de bezorgdheid blijft wordt de kinderarts op de hoogte gebracht.""Wanneer ook de kinderarts het vermoeden deelt wordt het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling op de hoogte gebracht en kan het kind worden opgenomen op de afdeling pediatrie om tijd en ruimte te creëren om de situatie verder te onderzoeken terwijl het kind in veiligheid is."
Afstudeerproject
Koen Minschart is de spoedverpleegkundige die de tool ontwikkelde als afstudeerproject voor zijn bachelor na bachelor intensieve zorgen en spoedgevallenzorg. Hij baseerde zich onder andere op bestaande tools uit Nederland, daar is het hebben van een screeningstool op elke spoedafdeling sinds 2011 verplicht."Met deze vragenlijst wordt geen diagnose gesteld, maar door de tool te implementeren in de bestaande software moet elke spoedverpleegkundige bewust stilstaan bij de mogelijkheid van kindermishandeling. Het is nu een vast onderdeel van onze taken, zoals het aandoen van een identificatiebandje," zegt Minschart. "Het zorgt er ook voor dat een vermoeden geregistreerd wordt in het patiëntendossier waardoor herhaalde patronen beter kunnen worden opgemerkt."Om de screeningstool correct te kunnen gebruiken volgden alle spoedverpleegkundigen van az Vesalius een opleiding over het herkennen van signalen, welke letsels normaal zijn op welke leeftijd en welke niet, en over de te nemen vervolgstappen bij een positief resultaat van de screeningstool."Die opleiding is cruciaal," benadrukt Minschart. "Kindermishandeling is een complexe problematiek, zelfs na het invullen van de screeningstool heb je niet altijd een sluitend antwoord. Als verpleegkundigen moeten wij signalen kunnen detecteren en ze correct interpreteren. Daarom is het aftoetsen van de screeningsresultaten bij een collega en de behandelend arts een absolute must."
De in eigen huis ontwikkelde tool bestaat uit een korte vragenlijst die elke spoedverpleegkundige overloopt wanneer hij een minderjarige patiënt voor zich krijgt. Heeft men het bezoek uitgesteld? Past het letsel bij het verhaal? Hebben ouder en kind een juiste interactie met elkaar? Met deze drie vragen kan een vermoeden van kindermishandeling worden vastgesteld. Geeft één van de drie vragen een positief resultaat, dan wordt er een vervolgtraject opgestart."De tool is slechts de eerste stap in het traject, maar wel een hele belangrijke," zegt diensthoofd pediatrie dokter Patrick Bollen. "De spoedarts op de hoogte brengen van een positieve screening is de volgende stap. Die zal de minderjarige patiënt verder onderzoeken en als de bezorgdheid blijft wordt de kinderarts op de hoogte gebracht.""Wanneer ook de kinderarts het vermoeden deelt wordt het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling op de hoogte gebracht en kan het kind worden opgenomen op de afdeling pediatrie om tijd en ruimte te creëren om de situatie verder te onderzoeken terwijl het kind in veiligheid is."AfstudeerprojectKoen Minschart is de spoedverpleegkundige die de tool ontwikkelde als afstudeerproject voor zijn bachelor na bachelor intensieve zorgen en spoedgevallenzorg. Hij baseerde zich onder andere op bestaande tools uit Nederland, daar is het hebben van een screeningstool op elke spoedafdeling sinds 2011 verplicht."Met deze vragenlijst wordt geen diagnose gesteld, maar door de tool te implementeren in de bestaande software moet elke spoedverpleegkundige bewust stilstaan bij de mogelijkheid van kindermishandeling. Het is nu een vast onderdeel van onze taken, zoals het aandoen van een identificatiebandje," zegt Minschart. "Het zorgt er ook voor dat een vermoeden geregistreerd wordt in het patiëntendossier waardoor herhaalde patronen beter kunnen worden opgemerkt."Om de screeningstool correct te kunnen gebruiken volgden alle spoedverpleegkundigen van az Vesalius een opleiding over het herkennen van signalen, welke letsels normaal zijn op welke leeftijd en welke niet, en over de te nemen vervolgstappen bij een positief resultaat van de screeningstool."Die opleiding is cruciaal," benadrukt Minschart. "Kindermishandeling is een complexe problematiek, zelfs na het invullen van de screeningstool heb je niet altijd een sluitend antwoord. Als verpleegkundigen moeten wij signalen kunnen detecteren en ze correct interpreteren. Daarom is het aftoetsen van de screeningsresultaten bij een collega en de behandelend arts een absolute must."